Vietnam

De áo dài is een traditioneel kledingstuk uit Vietnam. Letterlijk betekent áo dài 'lange jurk' of lang overhemd. De áo dài bestaat uit een zijden broek met daarboven een lange jurk met splitten die het lichaam van de nek tot onder de knie bedekt. Dit wordt vaak gedragen door vrouwen. 

Een veelvoorkomend beeld dat je tegenkomt als je door Vietnam reist, zijn de lokale vrouwen die de Non La, de Vietnamese hoed of kegelvormige bladhoed, op het hoofd hebben. De hoed is zo bekend, dat het eigenlijk een nationaal symbool is van Vietnam en een hele populaire souvenir voor reizigers.  

Japan 

De kimono is een traditioneel Japans kledingstuk bestaande uit verschillende lagen kleding. Er zit meestal een grote variatie aan stoffen zoals zijde en katoen in de kimono gecombineerd met kleurrijke patronen. Tegenwoordig dragen de meeste Japanners alleen nog een kimono tijdens officiële aangelegenheden.

Japanse mannen en vrouwen zijn bijzonder gesteld op de hakama, een traditionele Japanse broek met een brede plooi. 

India 

De handgesponnen en geweven kleding wordt Khadi genoemd en verkocht in het hele land. Een heel gekend authentiek kledingstuk is bijvoorbeeld de Sari .

Sadhoes (mannen die zich speciaal aan het hindoeïsme wijden) hebben vaak alleen maar een lendendoek om en soms zijn ze naakt. Vaak wonen ze alleen of op straat.

Door de rijkere Indiërs wordt veel moderne westerse kleding gedragen. De meeste schoolkinderen dragen in India een schooluniform, bestaande uit een blauwe of bruine korte broek of rok met een witte of geruite blouse, en vaak met teenslippers. De kloosterzusters dragen lange lichtgrijze gewaden met witte randen en een zwarte hoofddoek. De hippies in Arambol produceren hun typische kleren, vaak met veel kleuren of ritssluitingen.